KTG003 Continue spuit

Korte beschrijving:

1. Grootte: 1 ml, 2 ml

2. Materiaal: roestvrij staal en messing

3. Continu injecteren, 0,2-2 ml kan instelbaar zijn

4. Continu en verstelbaar, roest nooit, gebruik oud

5. Uitstekende ingebouwde fittingen, nauwkeuriger gevaccineerd

6. Fittingen zijn compleet, complete set reserveonderdelen

7. Gebruik: pluimveedier

Stuur een e-mail naar ons

Productdetail

Productlabels

Continue spuit A-type

Gebruiksaanwijzing

Wijze van gebruik en kwantitatieve methode:
1. Steek respectievelijk de flesnaalden en de ontluchtingsnaald in de medicijnfles.
2. Sluit de katheter aan op de injectorconnector 7 en op de flessennaalden. Schroef eerst de schaalafstelschroef 15 in de positie van 1 ml. Trek aan de sleutel 17, nadat de vloeistof is gespoten, stel de schaalafstelschroef 15 af op de positie van de gewenste dosis (de schaal is uitgelijnd met het ondervlak van de pasmoer 14) draai de borgmoer 19 vast nabij de pasmoer 14
3. Herhaal de injectie meerdere keren totdat u een vaccin krijgt, en breng dan de injectienaald aan om te gebruiken
4. Het dosisaanpassingsbereik is 0 -2 ml

Methode van desinfectie

1. Nadat de injector is opgebruikt, verwijdert u de hendel 18 tegen de klok in.
2. Leg de verwijderde onderdelen (behalve handvat 18) gedurende 10 minuten in kokend water.
3. Plaats de onderdelen en handgrepen terug en druk het water in de injector.

Onderhoud

1. Als u de onderdelen niet gebruikt, reinig ze dan grondig (met gedestilleerd water of kook water) om achtergebleven vloeistof te voorkomen.
2. Breng de siliconenolie of paraffineolie aan op de ontlastkleppen 4, 6 en de “O”-ring 8. Gebruik een schone doek om de onderdelen te drogen en te installeren, bewaar ze op een droge plaats.

Voorzorgsmaatregelen

1. Wanneer de injector lange tijd wordt geplaatst, is er mogelijk geen geneesmiddelabsorptie. Dit is geen kwaliteitsprobleem van de injector, maar wordt veroorzaakt door vloeistofresten na afstelling of uitproberen, waardoor de zuigklep 6 aan de connector 7 blijft plakken. Duw de zuigklep 6 eenvoudig door het kleine gaatje in de verbinding 7 met een naald. Als het medicijn nog steeds niet wordt ingenomen, kan de vrijgaveklep 4 aan het hoofdlichaam 5 vastzitten. De vergrendelhendel 1 kan worden verwijderd; de ontlastklep 4 kan worden gescheiden van het hoofdlichaam 5, en vervolgens opnieuw in elkaar worden gezet.
2. Bij het reinigen of vervangen van onderdelen moet elk onderdeel worden vastgedraaid om lekkage te voorkomen.